Opeens was het boek schokkend actueel geworden
Zelfs als je er even helemaal vrij voor neemt, heb je algauw een dag of vier nodig voor het nieuwe boek (bijna 600 pagina’s exclusief noten) van Geert Mak. Wat betekent dat je zo maar vier dagen kunt dwalen door het Witte Huis in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw.
Beeldend en gedetailleerd beschrijft Mak hoe het daar aan toeging, bijvoorbeeld toen de Engelse premier Winston Churchill in 1942 een bende maakte van zijn logeerkamer en de butler instrueerde dat hij bij het ontbijt een glas sherry wenste, een paar glazen whisky voor de lunch, en ’s avonds champagne en een negentig jaar oude cognac. Of hoe Missy Lehand, de voormalige secretaresse van Franklin Delano Roosevelt een paar jaar later door de kier van een deur zag dat de Amerikaanse president, de man van haar leven, in zijn studeerkamer zat te flirten met de Noorse prinses Martha. En dat Harry Hopkins er na het cocktailuurtje op een avond zo beroerd uitzag, dat hij een pyjama leende en een nachtje bleef slapen in de voormalige studeerkamer van Abraham Lincoln, wat uitliep op een verblijf van drieënhalf jaar in het Witte Huis. Deze Harry Hopkins, de rechterhand van president Roosevelt, is de hoofdpersoon van Wisselwachter.
Als auteur vertoefde Geert Mak geen vier dagen, maar vier jaar in het Witte Huis. Want zo voelde het om te werken aan dit boek, vertelt hij tijdens een gesprek bij zijn uitgever in Amsterdam. „Ik kende alles en iedereen.” Hij bezocht weliswaar het Witte Huis en Amerikaanse archieven, maar het grootste deel van zijn onderzoek kon hij doen vanaf zijn ‘terp’ in Jorwerd. In december kroop hij onder zijn ‘stolp’ vandaan, zegt hij. „En toen was het boek ineens schokkend actueel geworden.”
Want hoewel het nieuwe boek van Geert Mak onmiskenbaar trekken heeft van een biografie van Harry Hopkins, is het veel meer dan dat. Het is ook een making-of van de wereldorde waarin Amerikanen en Europeanen tot voor kort leefden. Een verhaal over het redden van de democratie in een tijd dat autocratieën aan de winnende hand lijken te zijn. En het is vintage Geert Mak: grote geschiedenis gecombineerd met verhalen over mensen. Aan de hand van brieven, dagboeken en interviews schetst hij een levendig beeld van de belangrijkste bewoners van het Witte Huis, naast Hopkins president Roosevelt en zijn vrouw Eleanor, maar óók hun secretaresses, geliefden en kinderen. Een speciale rol in het verhaal is weggelegd voor journalisten als Martha Gellhorn en William Shirer.
Dat verhaal begint ruim voor de Tweede Wereldoorlog, als president Roosevelt de economische crisis te lijf gaat met grootschalige werkgelegenheidsprojecten voor de aanleg van wegen en parken. Harry Hopkins, oud-welzijnswerker, geeft leiding aan een aantal programma’s die onderdeel zijn van deze New Deal. Die ervaring komt goed van pas wanneer Roosevelt hem in 1940 plannen laat maken voor een oorlogseconomie, nog voordat de VS direct betrokken zijn bij de Tweede Wereldoorlog.
Tijdens de oorlog speelt Hopkins op belangrijke momenten ook een cruciale rol, vandaar de titel Wisselwachter. Hij maakt riskante reizen naar Engeland en Rusland om namens president Roosevelt te overleggen met Churchill en Sovjet-leider Stalin. Beide mannen schenken hem hun vertrouwen, wat zeker in het geval van Stalin niet vanzelfsprekend is. Een officiële functie in de regering heeft Hopkins meestal niet, machtig is hij wel. „Hopkins is meer waard dan een slagschip”, zei Churchill over hem. En zijn kleindochter June tegen Mak: „Iedereen in het toenmalige Amerika wist dat als je Hopkins aan de lijn had, je met de president zelf sprak.”
Toch is Hopkins hier onbekend. Hoe kwam u op het idee een boek over hem te schrijven?
„Ik stuitte een paar keer op hem toen ik bezig was met In Europa, en later toen ik werkte aan een boek over schrijver John Steinbeck. Maar de eerste keer was nog veel eerder, in de jaren negentig, toen ik een artikel schreef over Martha Gellhorn – een van de beste journalisten van de 20ste eeuw, ze heeft fantastische oorlogsverslagen geschreven. Als 22-jarige vrouw reisde Gellhorn als een soort verkenner van het Witte Huis door het land. De New Deal was net begonnen. Roosevelt en de zijnen hadden besloten buiten alle bureaucratische lijnen om een groep mensen door het land te sturen, om te kijken hoe het met hun projecten ging. Of de mensen een beetje tevreden waren, of dat het één grote rotzooi werd.
„Martha Gellhorn schreef fascinerende brieven, eigenlijk was dat haar eerste journalistieke werk. Die waren gericht aan een zekere Hopkins. Interessante man, dacht ik, dat hij zoiets opzet.
„Later kwam ik hem weer tegen toen ik bezig was met Churchill. Begin 1941 vond Roosevelt het nodig een persoonlijke gezant naar Londen te sturen. De Amerikanen hadden het gevoel dat ze vroeg of laat betrokken zouden raken bij de oorlog in Europa. Ze hadden het idee dat Churchill een oorlogszuchtige zuiplap was. Roosevelt wilde weten of dat klopte en stuurde Hopkins om dat uit te vissen. Hij zou twee weken blijven, het werden er zes.
„Hopkins was een verfrommelde maatschappelijk werker, die de wereld regeerde vanuit een bed vol sigarettenas. Iedereen dacht: dat gaat niet goed met die aristocratische Churchill. Maar ze werden binnen de kortste keren soulmates. Churchill was verschrikkelijk blij dat de Amerikaan op zijn pad was gekomen. Hij maakte rondedansjes op de muziek van de platen die Hopkins had meegenomen. Ik dacht: ik ga eens verkennend onderzoekje doen naar die Hopkins, en zo is dit boek ontstaan. Ik heb de hand van Hopkins vastgepakt en vervolgens heeft hij mij door zijn tijd en zijn omgeving geloodst.”
Hoe beviel het om vier jaar in die omgeving te leven?
„De eerste twee jaar vond ik het heel erg leuk. Het waren slimme mensen. Visionaire mensen. Zoals alle politici waren ze bezig met ambitie en macht. Maar op een bepaalde manier hadden ze het hart op de goede plaats. Dus het was inspirerend gezelschap. Op een gegeven moment, ik denk dat iedere biograaf dat heeft, begon ik ook wel een beetje een hekel te krijgen aan mijn hoofdpersoon.
„Hij was zo ambitieus dat hij zijn kinderen compleet verwaarloosde. Ik weet nog dat ik bezig was in Georgetown, waar een heel Hopkins-archief is. Daar trof ik een map aan met alleen maar briefjes met hertjes, konijntjes en kabouters, afkomstig van zijn dochtertje Diana. Die was acht en zat heel eenzaam op een kostschool. ‘Het gaat goed, maar wanneer kom je me halen?’, schreef ze. En: ‘Je komt toch wel naar de grote uitvoering in juni?’
„Nou, Hopkins kwam nooit. Ik denk dat hij wel van zijn vrouw en kinderen hield. Maar hij hield vooral van zijn werk en van de president.”
Op bijna elke pagina van uw boek liggen parallellen met het heden voor het oprapen. Aan het eind van WOII besluiten de Amerikanen de helft van Europa aan de Sovjets te laten. Roosevelt stelt ‘de klassieke vraag’, schrijft u. ‘Zullen de Amerikanen ook nog eens bereid zijn voor Estland of Litouwen te sneuvelen?’
„Nee dus. Kissinger heeft dat nog eens herhaald in een persoonlijk gesprek met toenmalig D66-leider Hans van Mierlo in 1968 – het zijn twee hele interessante alinea’s in de biografie van Hubert Smeets. Hij zei: ‘Een kernoorlog zal zo’n tachtig tot honderd miljoen Amerikanen het leven kosten. Welke president zou zich zo’n vreselijke prijs kunnen veroorloven voor een klein incident in Europa?’ De bescherming van de atoomparaplu is altijd maar betrekkelijk geweest.”
Als Roosevelt aan het begin van de oorlog besluit de Britten wapensteun te geven, verklaart hij dat de VS ‘het arsenaal van de democratie’ moeten zijn.
„Ja dat is ook zoiets. In oktober 2023 gebruikte president Joe Biden exact dezelfde woorden met betrekking tot Oekraïne. Ik veerde op. Er waren misschien honderd mensen die het oppikten. Maar de speechschrijvers van Biden gebruikten die woorden natuurlijk bewust, die kennen hun geschiedenis.”
In het boek staat een foto van Roosevelt die zich heeft verkleed als Romeinse keizer. Je kunt er niet naar kijken zonder te denken aan Trump die over zichzelf tweette: ‘Long live the king!’
„Ja! Alleen: Roosevelt en zijn omgeving deden dat voor de grap. Er zijn ook foto’s van Franklin en Eleanor waarop ze de rollen hebben omgedraaid: hij zit met een breiwerkje, zij met een glas whisky of zo. Ze waren speels en hadden veel zelfspot. Het grote verschil met Trump is dat hij het meent en ook echt koning wil zijn.
„De New Deal was vanaf het begin niet alleen een economisch herstelproject, het was ook een democratisch project. Toen Roosevelt was gekozen zijn er verschillende mensen naar hem toegekomen om te zeggen: nu moet je ook een beetje Mussolini-achtige bevoegdheden naar je toe trekken, en dan zullen de mensen dat accepteren. Dat heeft hij heel bewust geweigerd.
„De New Deal, waarmee hij mensen aan het werk hielp, was juist zijn antwoord op Mussolini en Hitler. Roosevelt had al in de gaten hoe gevaarlijk Hitler was toen veel Europeanen dat nog niet beseften. Hij was als jongen veel in Duitsland geweest en sprak redelijk goed Duits. Mein Kampf had hij in de originele versie gelezen.”
Voor de New Deal moesten de VS zich in de schulden steken. Net als Brussel nu wil doen, om de Europese defensie te versterken.
„Oorlog is altijd een aanjager van de economie, hoe treurig dat ook klinkt. Er waren xxx veel werklozen toen Amerika de oorlogsindustrie op poten zette. Dat had een enorm effect. Opeens had iedereen een inkomen.”
Martha Gellhorn komt ook in het verhaal voor omdat ze verslag deed van de Spaanse burgeroorlog. Het is niet moeilijk om daarin een parallel te zien met de oorlog in Oekraïne.
„Ja, en met de journalisten die nu vanuit Oekraïne verslag doen. Dit boek is heimelijk ook een ode aan dappere journalisten die goed uit hun ogen kijken.”
Wanneer zag u al die parallellen?
„Dat is heel langzaam gegaan, het was helemaal niet mijn bedoeling om een actueel boek te schrijven. Maar gaandeweg kreeg ik steeds meer het gevoel dat het niet meer gaat over de vraag welke kant je op gaat, naar links of naar rechts. Het gaat, ook nu, over het verdedigen van de democratie zelf. Het werken aan dit boek heeft dat gevoel bij mij steeds sterker wakker geroepen.
„Roosevelt zag de gevaren heel goed. En als je daar niet alert op bent dan word je van toeschouwer langzaam medeplichtige. Dat proces zie je nu ook, zelfs in Nederland, met het vreten aan de rechtsstaat door te morrelen aan vrijheden, uitspraken van rechters in twijfel te trekken, te praten over nepparlementen… Er is nu iets belangrijkers dan socialist of liberaal zijn. Democratische partijen moeten de basis verdedigen.”
Hoe deden Roosevelt en Hopkins dat?
„Door de onvrede langzaam af te koelen. Niet met woorden, maar door te leveren. Jaren geleden reisde ik door Texas. Een oude boer leidde mij rond en vertelde over zijn jeugd in de Roosevelt-jaren. Hij zei: de president vertelde een verhaal, en dat geloofden we wel, want hij kon het heel mooi zeggen. Maar verdomd, twee jaar later werden in zijn buurt de eerste scholen gebouwd. En daarna begonnen ze er ook een speciaal soort prefab-woningen neer te zetten met een slim koelsysteem.
„Wat ook heel belangrijk was, en dat is ook een verschil met het huidige Amerika, was dat mensen met waardigheid werden behandeld. Ze kregen geen steun, maar werk. Mensen konden zeggen: ik heb een baan. De vernedering van werkloosheid en steun werd weggenomen. Fascistoïde bewegingen komen vaak voort uit gevoelens van vernedering. Dat is ook een les.
„En dan hangt er verder veel af van de mensen die er aan het stuur zitten. Die waren zeer competent in die tijd. Er zat echt veel kwaliteit in het Witte Huis. Hopkins was een oud-welzijnswerker, maar hij wist al snel bruggen te slaan naar het bedrijfsleven.”
U kent veel belang toe aan de hoofdrolspelers van de geschiedenis. Had die geschiedenis ook makkelijk anders kunnen lopen?
„Toen Roosevelt president werd, was er een voedingsbodem voor een Amerikaanse variant van het fascisme. Bij zijn aanvaardingstoespraak in 1933 voelde zijn vrouw Eleonor dat haarfijn aan. Ze zag die begeesterde mensenmassa, vond dat doodeng, zei later tegen een vriendin: ‘Je kon deze mensen op dat moment alles wijsmaken, wat je maar wilde.’Gelukkig was Roosevelt toch op en top democraat. Maar het boek laat zien dat de geschiedenis makkelijk anders had kunnen lopen. We hadden in Europa onder een kleindochter van Goebbels kunnen leven.”
„In de zomer van 1943 was er ook zo’n moment. De Britten hielden vast aan een invasie vanuit Noord-Afrika. De generale staf van de Amerikanen was het gezeur daarover zo zat ze alle aandacht wilden gaan richten op de oorlog tegen Japan in de Pacific. Europa zou pas in 1948 misschien weer aan de beurt komen. Hopkins en Roosevelt zijn daar toen dwars voor gaan liggen.”
Als de geschiedenis zo makkelijk anders had kunnen lopen, noopt dat dan niet tot grote bescheidenheid in het doen van uitspraken over heden en toekomst?
„Je kunt een paar grote lijnen trekken. Maar als historici wordt gevraagd naar de toekomst dan gaan ze vaak onzin uitslaan. Het blijft grillig en onvoorspelbaar.”
Hadden zijn hoofdrolspelers anders kunnen handelen? Als hij de afgelopen jaren ’s nachts een uurtje wakker lag, dan lag hij daar soms over na te denken, vertelt Mak. Soms ook gingen zijn gedachten naar een overgang in zijn verhaal, omdat schrijven nu eenmaal leuk is. En ja, af en toe was er ergernis. „Bijvoorbeeld toen Stephan, de zoon van Hopkins sneuvelde als marinier in de Pacific. Hopkins kon alleen maar zwetsverhalen opschrijven over helden, de dood, en weet ik wat meer. De enige die reëel reageerde op die dood was Ethel, Harry’s ex-vrouw, die in een mooie, tedere brief over Stephen aan Harry schreef: ‘Hij wilde zo graag dat je van hem hield.’ Daaraan merk je hoe verleidelijk het is om in een heroïsch universum te gaan leven, waarin het alleen nog maar gaat over wij en zij, over tegenstanders, en over leven en dood. Dat is ook nu weer actueel.”
Jeroen van der Kris,
NRC/Handelsblad, 18 april 2025