Geert Mak en Jonathan Holslag over Europa’s worsteling met de jonge eeuw

‘We zijn allemaal toeschouwers van een grote schijnvertoning’

Geert Mak en Jonathan Holslag deelden dit jaar het schap met twee bejubelde boeken die een gids zijn door en voor ons turbulente Europees tijdsgewricht. In Amsterdam Centraal zien ze vandaag samen de laatste treinen van 2019 in gang sjokken naar 2020. De vooruitblik is somber. ‘Wij Europeanen hebben onszelf wijsgemaakt dat vrede een normale situatie is, terwijl het hier altijd omgekeerd was’. Een gesprek met Maarten Rabaey van De Morgen.

Geert Mak heeft net zijn 73-jarige verjaardag gevierd met Amsterdamse vrienden en verschijnt goedgemutst op de afspraak. De gevierde Nederlandse auteur van ‘Grote Verwachtingen’, het langverwachte vervolg op zijn historisch epos ‘In Europa’ van twintig jaar geleden, ontvangt zijn jongere Vlaamse collega-denker Jonathan Holslag (38) op een plek die de geschiedenis van de 19e eeuwse fin de siècle ademt. Ze gaan een vispannetje eten in het statige ‘Eerste Klas’-restaurant van Amsterdam Centraal Station, waar architect Pierre Cuypers in 1889 ooit de hoge gasten op de stoomtreinen liet wachten naar de handelssteden waarmee Amsterdam per spoor was verbonden.

De lange tafel naast ons blijkt gereserveerd voor een groep Chinese toeristen. “Symbolischer kan het bijna niet”, lacht Holslag, wiens laatste boek handelt over de Nieuwe Zijderoute die zich tegenwoordig per spoor uitstrekt van Peking tot stations als deze, en havens van onze Lage Landen. Als beiden elkaar de hand schudden gaan hartelijke complimenten beide richtingen uit.

Holslag: “Geert is veel meer dan mij een échte woordenkunstenaar. Ik ben een onderzoeker die af en toe een boek mag schrijven. Geert verenigt inhoud met literatuur. Ik schrijf nogal zwaar beladen traktaten...”

Mak: “…maar zonder jouw zwaar beladen traktaten, wat trouwens best meevalt hoor, wordt het niks met die boeken van mij. Jouw denkwerk is het fundament voor mijn soort boeken. Ik ben verschrikkelijk blij dat er auteurs zijn zoals Jonathan waarvan ik denk, oh god, ik ben niet helemaal gek dat ik dit hier allemaal zo zit te verzinnen. Geruststellend is dat. We maken deel uit van dezelfde stroom Europa-denkers, al wordt daar hier in Nederland in het politieke debat te weinig naar geluisterd.”